Noabers van Rijssen-Holten aan het woord

Geert Stevens, Charissa Hollegien & Johan Wiersma

In deze serie ‘Noabers van Rijssen-Holten’ laten we de inwoners van onze gemeente aan het woord. Wat betekent ‘buurtkracht’ voor jou? En wat doe je zelf aan ‘buurtkracht’?

 

Op vrijdag 16 mei heeft René Hoveling (coördinator BuurtKracht) een interview gehad met Geert Stevens. Geert heeft het woord gekregen van Remco Rensen. Geert is voorzitter van het bestuur van het nog nieuw te bouwen Kulturhus in Dijkerhoek. Ook aangeschoven zijn twee medebestuursleden: Charissa Hollegien en Johan Wiersma.

Wie ben je en hoe lang ben je al inwoner van Rijssen-Holten?

Geert: ‘Geert Stevens, geboren en getogen hier in de buurt. Net iets buiten Dijkerhoek, iets buiten de schoolkring zoals wij dat hier in Dijkerhoek noemen. Ik ben van oorsprong boer en sinds een jaar of 7 bestuurslid van het Kulturhus.’

 

‘Met ons melkveebedrijf zijn we gestopt. Ik ben wel nog steeds boer, maar geen melkveehouder meer.’

 

‘Wat ik al aangaf voor het officiële gedeelte van het interview: ik ben al vanaf het begin voorzitter van de club, maar ik doe het niet alleen. We doen het met een bestuur samen. Daarom zijn Johan en Charissa ook aangesloten. We doen het écht samen, we zijn met 9 mensen in het bestuur. Er is een deel van het bestuur wat zich meer richt op de lange termijn en strategie, en een deel wat zich meer richt op alles wat er in en rond het gebouw gebeurt. Dat werkt heel goed.’

 

René: ‘Hoe ben jij bij het bestuur terecht gekomen? Ben je gevraagd?’

 

Geert: ‘Ja, zo gaat dat hier hè?’

 

René: ‘Ja, meestal de drukste mensen die ze vragen hè?’

 

Geert: ‘Hahaha, ja, dat klopt. Meestal word je gevraagd, mensen melden zich niet snel vanzelf. Je moet echt persoonlijk vragen.’

 

René: ‘Dat is wel heel herkenbaar hoor. We houden ons best veel bezig met sportverenigingen in de gemeente, en daar zie je hetzelfde. Als je mensen in een bestuursfunctie wil hebben, dan moet je ze een beetje masseren en persoonlijk benaderen. Vacatures voor bestuursfuncties leveren vaak niet direct iets op.’

 

Geert: ‘Precies. En daarom hebben wij het ook iets gesplitst in die 2 takken. Dan sluit je toch beter aan bij de drijfveren van de mensen, en bij de talenten en interesses. Dat werkt goed.’

 

René: ‘En mag ik dan het woord doorgeven?’

Johan: ‘Ik ben Johan Wiersma. Import, zoals ze dat noemen. Ik ben hier komen wonen in ’88. Dat is toch al best wel een tijdje geleden. Ik ben ook gevraagd voor het bestuur, ik denk zo’n 3 jaar geleden. Ik maak deel uit van het clubje strategie. En dat doe ik met veel plezier.’

 

René: ‘Voel je je ook nog steeds import?’

 

Johan: ‘Nee, ik voel het zelf niet meer zo. Maar ik denk niet dat je ooit écht Dijkerhoeker wordt. Dat is toch wel lastig.’

 

Geert: ‘Wat is dat dan Johan, ‘echt Dijkerhoeker’?’

 

Johan: ‘Echt Dijkerhoeker is dat je echt van iedereen echt van alles weet. Dus de neven, de nichten, iedereens achtergrond.’

 

René: ‘Maar ga je ook mee in Dijkerhoekse gebruiken? Buren maken enzo?’

 

Johan: ‘Jazeker! Ik ben ook eerst eigenlijk buurman geweest van Geert, buiten af. Toen maakten we inderdaad nog buren. Ik weet nog dat wij net voor de kerst hier kwamen. De buurvrouw kwam toen bij ons langs: ‘Als je mee wil lopen met oud & nieuw, dan moet je wel eerst buren maken, anders mag dat niet!’ Dus dat hebben we toen maar heel snel gedaan met onze naaste buren.’

 

René: ‘Wat vond je daar dan van? Herkende je dat, of had je zoiets van, wat gebeurt mij nou?’

 

Johan: ‘Nou, ik kwam uit de polder, daar is dit niet normaal. Maar ik had er geen moeite mee hoor. En die sociale controle, want dat is het natuurlijk wel een klein beetje, ik vind dat wel prettig eigenlijk.’

 

René: ‘Ach, en anders had je er inmiddels ook niet zo lang gewoond!’

 

Johan: ‘Nee, maar je moet er wel een klein beetje tegen kunnen denk ik. Je moet het niet als lastig ervaren.’

 

René: ‘Ik heb ook wel begrepen dat de hele echt traditionele gebruiken langzamerhand wel wat minder worden. Van Tonnie begreep ik wel dat het per wijk wel verschillend is.

 

Johan: ‘Ja, zoals Tonnie zijn schoonvader, die kwam na een paar jaar naar ons toe om te vragen of wij buren wilde worden, want hij had eigenlijk te weinig buren. Dus ja, voor een begrafenis e.d. heb je wel buren nodig, dus toen zijn we nog weer buren geworden. Lief en leed hé? Begrafenissen en bruiloften.’

 

René: ‘En dan geef ik graag nog het woord aan:’

 

Charissa: ‘Charissa Hollegien. Geboren in Holten en toen ik 8 was met mijn ouders naar Dijkerhoek gekomen. Mijn vader werkte al in Dijkerhoek. Je mocht hier bouwen als je sociaal economisch gebonden was. Ik weet nog heel goed dat er 2 mannetjes aan de deur kwamen die officieel buren kwamen maken. Dat weet ik nog precies.’

 

‘Nu woon ik zelf in Dijkerhoek met mijn gezin en ben ik buurvrouw van Johan. En daar merk je inderdaad wel dat de tradities wat losser aan het worden zijn. Iedereen wordt wel betrokken en het is fijn als je mee wilt doen, maar doe je dat niet, is dat ook helemaal prima.’

 

René: ‘En jouw rol binnen het bestuur?’

 

Charissa: ‘Ik ben secretaris binnen het bestuur en ik zit bij de club over het gebouw. Door Johan enthousiast gemaakt die zei: ‘het kost écht niet zoveel tijd’.’ Iedereen lacht, want het kost altijd meer tijd dan je denkt. ‘Tijdens het bouwen voor de Dijkerhoekse optocht heeft hij me enthousiast gemaakt en ook ik doe het met veel plezier, het is een mooie club om samen mee op te trekken.’

 

Johan: ‘En jij mag straks je handtekening onder het koopcontract zetten!’

 

René: ‘Daar doe je het voor!’

Waar denk je aan bij het woord BuurtKracht?

Geert: ‘Als ik aan een krachtige buurt denk, dan is dat als mensen met elkaar in verbinding staan op de een of andere manier. En hoe vaak dat is, hoe en wat, dat verschilt natuurlijk per buurt. Maar wel zorgen dat die verbinding er is, en dat juist stimuleren. Als je het dan over kracht hebt, dan is het in mijn ogen buurtkracht om dat te stimuleren.’

 

René: ‘En hoe stimuleren jullie dat?’

 

Geert: ‘Door met zo’n soort gebouw, en straks de nieuwbouw, een plek te bieden waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Een plek voor het verenigingsleven, die in Dijkerhoek ook groot is. Daar kun je als Kulturhus een plek voor bieden. Zeker nu het Bonte Paard er niet meer is, die als café-restaurant wel een hele belangrijke sociale functie in Dijkerhoek had. Die plaats kunnen wij nu innemen door de verenigingen onderdak te bieden. En dat kunnen we op deze nieuwe plek straks nog beter. Maar ook individueel. Dus als je een soort buurthuiskamer kunt creëren, en mensen op een heel eenvoudige manier kan laten ontmoeten, dan denk ik dat wij als Kulturhus daarmee bijdragen aan ‘buurtkracht’.’

 

René: ‘Want is dit dan nu ook een plek waar mensen ’s ochtends een kopje koffie kunnen halen en aan tafel kunnen gaan zitten en een krantje lezen?’

 

Charissa: ‘Nee, niet echt. We hebben wel wat clubjes op de woensdag, die bijvoorbeeld samen komen kaarten of rummikubben. Dus eigenlijk meer echt groepjes die samen komen.’

 

‘Voor het ontwerp van het nieuwe gebouw zit de kracht echt wel in dat we juist de gebruikers en verenigingen, en juist ook potentiële niéuwe gebruikers hebben gevraagd om mee te denken. Wat verwachten jullie van het nieuwe gemeenschapshuis en wat wil je daarin zien?’

 

René: ‘En de wens voor zo’n soort inloopfunctie is er ook? Die kwam naar boven?’

 

Charissa: ‘Ja, en van jong tot oud eigenlijk ook wel. De jeugd die ook wel aangaf behoefte te hebben aan bijvoorbeeld een buitenveldje als ontmoetingsplek, of gewoon op vrijdagmiddag samen kunnen komen.’

 

Geert: ‘Dat zouden we als bestuur hier ook wel willen, maar dat is op dit moment gewoon niet mogelijk. Je ziet ook wel dat alles op dit moment een functie heeft, en daar past de inloop op dit moment gewoon even niet bij. Maar anders hadden we dat hier ook echt wel gewild en gedaan, maar dat lukt hier niet.’

 

Johan: ‘Het kwam ook voort uit onze toekomstvisie van Dijkerhoek. Dat de gemeenschap ook gezelligheid wil, samen ergens binnen kunnen lopen, gezelschap op zoeken.’

 

René: ‘Je vertelde daar ook iets over aan de telefoon. Die toekomstvisie is gemaakt, en naar aanleiding daarvan is er ook besloten het Kulturhus een nieuwe functie te geven en dus misschien een nieuw gebouw?’

 

Geert: ‘Ja, we lopen hier wel tegen wat grenzen aan. Als we dat willen, dan moeten we goed weten wat we gaan doen. We hebben een gesprek gehad met de buurtvereniging over de toekomst van Dijkerhoek, voor een dorpsvisie. Niet alleen voor het Kulturhus, maar ook voor woningbouw, duurzaamheid en welzijn. Samen zijn dat de 4 pijlers en via die werkwijze, wat aparte werkgroepen zijn, zijn we aan de slag gegaan. Wat hebben we nodig? Er zijn enquêtes en vragenlijsten uitgezet, bijeenkomsten geweest, om dat allemaal naar boven te krijgen en een goed en helder programma van eisen te kunnen maken.’

 

Johan: ‘Er moet wel een vorm van gedragenheid zijn. Als het ons eigen idee was, dan red je het niet.’

 

René: ‘Is de gemeente hier ook bij betrokken geweest, of op dit moment nog bij betrokken?’

 

Geert: ‘Het is wel goed om te vertellen dat wij een vereniging zijn en dat ongeveer 90 tot 95% van de Dijkerhoekers lid is van de vereniging. Onze begroting is dan ook elk jaar sluitend, en dus hebben we geen structurele middelen nodig van de gemeente. Maar nu het over nieuwbouw gaat, is de gemeente daar natuurlijk wel bij betrokken. Wat kan er en wat mag er? De gemeente doet een eenmalige financiële bijdrage waar we heel blij mee zijn.’

 

René: ‘En daarmee hebben jullie de begroting ook al dekkend?’

 

Geert: ‘Nee, we zijn nog niet helemaal gedekt. We hebben natuurlijk een begroting, maar daar zijn we nog mee bezig.’

 

Johan: ‘Maar we krijgen wel alle medewerking van de gemeente, dat is echt heel positief.’

 

René: ‘Is de grond ook van de gemeente?’

 

Geert: ‘Nee. Van een boer. De eigenaar zelf is overleden, maar zijn dochters zetten het voort. In zijn laatste periode van zijn leven heeft hij met ons een intentieverklaring getekend. Zijn wens was echt dat wij zijn grond konden overkopen, zodat wij daar kunnen bouwen. Dat vinden wij heel erg mooi, en hebben heel veel respect naar zijn familie en naar hem toe, ondanks dat hij er niet meer is.’

 

‘Wat Johan al aangaf, het moet wel samen gedragen worden. En hij was wel echt iemand in Dijkerhoek die vond dat het moest gebeuren, en vond dat het mogelijk gemaakt moest worden.’

 

René: ‘En wat als er geen Kulturhus in Dijkerhoek zou zijn, wat dan?’

 

Johan: ‘Dat zou slecht voor het verenigingsleven zijn. Als je iets zou willen, dan kun je iets oprichten en dan is de ruimte er. Maar als je die ruimte niet hebt, dan gaat dat niet. Die locatie is echt wel heel belangrijk.’

 

René: ‘Hoe lang bestaat het Kulturhus al? Ongeveer net zo lang als het Kulturhus in Holten?’

 

Geert: ‘Ik zei net, ik denk zo’n 15 jaar?’

 

Charissa: ‘Het was oorspronkelijk een kerkgebouw.’

 

Johan: ‘Het Kulturhus in Holten heeft natuurlijk een andere functie. Een bredere functie, met de bibliotheek en de horeca etc. Ik denk niet dat er veel verenigingsleven in het Kulturhus zit. Die zitten allemaal in hun locaties denk ik.

 

René: ‘Het zijn met name professionele organisaties, maar ook wel bijvoorbeeld een kaartclub.’

 

Geert: ‘Ik denk ook wel dat Dijkerhoek een kern is die heel veel dingen zelf organiseert. Dat zie je ook aan de feesten en evenementen die er zijn. En daar zijn Dijkerhoekers ook trots op, en ook op hun éigen gebouw. Ik denk dat dat voor Dijkerhoek ook wel heel belangrijk is, en een reden om niet direct de samenwerking op te zoeken met externe partijen. Wel om samen te werken natuurlijk, maar niet in de participatie in een gebouw zeg maar.’

 

Johan: ‘Maar je kan bijvoorbeeld wel samen optrekken. Kijk naar zo’n Eat2Meet. Dat zou je ook 1 keer per maand hier kunnen doen. In zo’n vorm kan je wel samenwerken.’

 

René: ‘In die visie die voor Dijkerhoek gemaakt is, kwamen daar ook dat soort voorbeelden als Eat2Meet naar voren?’

 

Geert: ‘Nee, dat soort voorbeelden kwamen daarin niet perse naar voren, maar als bestuur hebben we daar wel oor en oog voor om dat soort connecties op te zoeken.’

 

‘Maar de moeilijkheid nu is, het ís er nog niet. Dus dan is het voor sommige mensen ook heel moeilijk voor te stellen wat het kan worden en wat er mogelijk is. Daar is wel creativiteit voor nodig, en dat haal je niet makkelijk op uit een enquête. Bij de vraag ‘wat zou je willen’ blijft het vakje vaak wit.’

 

Johan: ‘We willen graag dat die voorkant, dus die huiskamer, dat je daar in kan kijken. Dus dat je ziet, hé, er zit iemand koffie te drinken’, dat het op die manier zichtbaar uitnodigt.’

 

René: ‘Wel mooi dat jullie het zo benoemen, dat een enquête moeilijk is en dat mensen het voor zich moeten zien. Dat is ook een beetje het doel met deze interviews. Dat we vanuit BuurtKracht initiatieven ondersteunen en van daaruit een deal kunnen sluiten. Dus wat doen de inwoners en wat kunnen wij vanuit BuurtKracht daarin betekenen? Moet dat financiële ondersteuning zijn, of hebben jullie organisatorische ondersteuning nodig? Dat zetten we op papier met een handtekening.’

 

‘Doel van deze interviews is dan ook om te laten zien aan wat voor soort deals je allemaal zou kunnen denken. Soms komen mensen niet verder dan bijvoorbeeld een moestuin, of een picknickbank. Maar met deze interviews willen we mensen inspireren om te kijken wat je allemaal nog meer kan doen voor je eigen omgeving. En dat is dan ook direct de volgende vraag:’

Heb je een mooi voorbeeld van een BuurtKracht-deal?

Charissa: ‘Ik moet natuurlijk direct denken aan alles wat er hier allemaal gebeurd. Wat er net al werd gezegd, Dijkerhoekers zijn echt wel trots op hun Kulturhus. Je ziet dat ook wel hier aan de tuin, het onderhoud, alles wordt gedaan door vrijwilligers, door de buurtschap. Elke zaterdagochtend wordt er hier geveegd en geschoffeld, bardiensten die gedraaid worden.’

 

René: ‘Hoeveel vrijwilligers zijn er verbonden aan het Kulturhus?’

 

Johan: ‘Dat is lastig te zeggen hoor, want het zijn niet altijd allemaal geregistreerde vrijwilligers.’

 

Geert: ‘Ik denk toch dat we al snel aan 15 tot 20 man komen. Maar ook als we een keer een extra klus op zaterdag hebben, bijvoorbeeld een grote schoonmaak. Dan staan er altijd wel weer mensen op om te helpen.’

 

Johan: ‘Wij hebben ook wel een keer gebruik gemaakt van BuurtKracht hé? Een paar jaar geleden, met de bloemetjes hé?’

 

René: ‘Ja, dat was in Corona-tijd volgens mij, een voorjaarsactie met bloemetjes van de Welkoop.’

 

Charissa: ‘We hebben een wadi bij ons in de straat, en daar zijn allemaal bakken gemaakt voor bloemetjes die nog steeds door buurtbewoners zelf worden onderhouden.’

 

Johan: ‘Ja, dat was een hele leuke actie!’

 

Geert: ‘Wat ik in ieder geval mee wil geven, hoe andere mensen initiatieven kunnen ontplooien, is: begin gewoon, ook al heb je maar een hele kleine groep. Begin van onderaf. Met bijvoorbeeld 3 of 4 buurtbewoners. Eigenlijk zoals we hier ook begonnen zijn met het bestuur. Ga met bijvoorbeeld met een buurtvereniging in gesprek.’

 

‘Op een gegeven moment kun je een sneeuwbal krijgen die steeds groter wordt. Van onderaf beginnen, met bijvoorbeeld je buren of de buurt, wordt enorm gewaardeerd door partijen als bijvoorbeeld ViaVie Welzijn of de gemeente. Wanneer je iets met de buurt van onderaf initieert, dan krijg je echt een dikke gouden duim.

Wij dachten ook dat ons idee niet haalbaar was, zo’n nieuw Kulturhus, met alle bijkomende financiën en vergunningen enzo. Maar we zijn inmiddels best ver, misschien wel verder dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden. En dat is wat ik er mee wil zeggen. Gewoon beginnen. Van onderaf. Met je buren. Gewoon doen.’

 

Johan: ‘En dat de gemeenschap ook zegt van, dat moet er gewoon komen, klaar.’

 

Geert: ‘En ook voor andere mensen kan het inspirerend zijn. Vaak denk je vrij groot, maar als je klein begint, dan wordt het vanzelf groot.’

 

René: ‘Mooi dat je dat zegt. In het Lentfert zijn we op dit moment ook actief. Dat is een wijk in Rijssen die gedeeltelijk gesloopt gaat worden. Er is daar best veel reuring op dit moment, met vragen als, hoe gaat alles lopen, wie komen er wel en niet terug in de wijk. Er zijn een aantal inwoners uit die wijk die de samenhang die er nu is graag wil behouden en verder wil stimuleren. Dus die willen graag een buurtvereniging starten. Maar het zijn ook ‘maar’ 3 dames die niet zo goed weten hoe te beginnen. Ze hebben aangeklopt bij Viverion, die partner is van BuurtKracht, en samen zijn we heel klein gaan kijken. Wat zou je nou eigenlijk op dit moment met zijn drieën kunnen doen? Kun je bijvoorbeeld niet eerst starten met een koffieochtend? Of een Kinderstraat? Van daaruit kom je in contact met anderen en kun je mensen weer enthousiast maken voor een straatbarbecue of iets met Burendag doen. Ook daar hebben we inderdaad eerst gekeken naar, laten we klein beginnen, andere mensen erbij betrekken en op die manier laten zien wat er mogelijk is en draagvlak in de buurt creëren. Dus ja, heel mooi gezegd, klein beginnen!’

 

Charissa: ‘En dat is denk ik ook wel de kracht van Dijkerhoek, dat mensen elkaar kennen en weten bij wie ze het beste kunnen aankloppen om iemand enthousiast te krijgen.’

 

René: ‘En ik denk dat er in Dijkerhoek ook niet veel verloop is? Dus het is wat makkelijker om die verbondenheid te behouden, omdat je buren ook langer dan 2 of 3 jaar je buren zijn. Als er veel verloop is, dan wordt de moeite om een ander te leren kennen soms ook wat minder. Dat zie je wel in bepaalde wijken in Rijssen ontstaan bijvoorbeeld.’

 

Johan: ‘Ik vind wel dat we best wat meer kunnen doen aan nieuwe mensen die in Dijkerhoek zijn komen wonen. We hebben wel een stukje in ons Dijkerhoek krantje, in vogelvlucht, waar we nieuwe inwoners voorstellen. Maar er is best wat aanwas en wisseling geweest, dus we hebben toch gauw 5 of 6 nieuwe bewoners. En dat is best heel wat voor Dijkerhoek. Ik vind dat we daar best wat actiever mee kunnen zijn.’

 

René: ‘En bedoel je dan vanuit het Kulturhus? Of vanuit de samenleving?’

 

Johan: ‘Vanuit de samenleving. We hebben natuurlijk ook een buurtvereniging. Gezamenlijk kunnen we die mensen toch wel betrekken, met bijvoorbeeld een welkomstavond ofzo. De gemeente geeft bijvoorbeeld zo’n tasje aan nieuwe inwoners. Je zou hier kunnen laten zien wat bijvoorbeeld ons verenigingsleven is, en bij wie en waar je allemaal kan aankloppen. Maar ook kijken naar interesses, wat vind iemand leuk? De meeste verenigingen zoeken ook wel vrijwilligers, dus misschien kan er daar wel bij aangesloten worden. Dan creëer je ook direct die betrokkenheid.’

 

René: ‘Dit is wel precies een mooi voorbeeld van wat een BuurtKracht Deal zou kunnen zijn, als jullie daarin ondersteuning nodig hebben. Denk aan bijvoorbeeld nieuwe inwoners wegwijs maken in Dijkerhoek, daar hebben we een busje voor nodig bijvoorbeeld, om de omgeving te kunnen laten zien. Dan zou je daarvoor BuurtKracht kunnen benaderen om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Dat is een hele mooie afgekaderde deal, en een mooi doel wat past.’

 

René: ‘Het is natuurlijk een beetje een inkoppertje, maar we komen bij de volgende vraag:’

Doe jij zelf iets aan BuurtKracht?

René: ‘En dan even los van dat wat jullie doen voor het Kulturhus, wat natuurlijk al super is!’

 

Geert: ‘Poeh!’

 

René: ‘Dat hoeft helemaal niet iets groots te zijn hè? BuurtKracht kan ook zijn dat je de ramen een keer lapt voor die oudere buurvrouw die het niet meer zelf kan. Dat soort dingen is ook BuurtKracht.’

 

Charissa: ‘Dus de hond uitlaten voor de buren? Dat voelt eigenlijk meer als vanzelfsprekend vind ik.’

 

René: ‘En dat is ook hartstikke mooi, maar er zijn ook steeds meer mensen voor wie dat niet meer zo vanzelfsprekend is. En dat is wat we met deze interviews ook willen laten zien. Dat het Noaberschap en het omkijken naar elkaar ‘normaal’ is voor iedereen.’

 

‘Er gaan hier dus wel eens pannetjes soep rond en honden die worden uitgelaten?’

 

Johan: ‘Honden uitgelaten wel!’

 

Charissa: ‘Pannetjes soep ook wel tijdens het Dijkerhoekse feest als er nagepraat moet worden.’

 

Johan: ‘Ik denk zeker dat het hier en daar gewoon gebeurt. Mevr. K. bijvoorbeeld wordt goed in de gaten gehouden en krijgt inderdaad wel eens een pannetje soep om de deur.’

 

Geert: ‘Ja, je zorgt dan toch wel voor elkaar. Je overloopt elkaar niet, maar als er hulp nodig is, dan is dat er wel.’

 

Charissa: ‘Bij ons in de buurt, wordt er bijvoorbeeld wel even een bloemetje gedaan als er iemand is geopereerd, dat soort dingen.’

 

Johan: ‘Ja hoor, herkenbaar ook.’

 

René: ‘Mooi om te horen hoe jullie dit ervaren, ‘dat is toch normaal.’ Maar ga maar eens in bepaalde wijken kijken, waar mensen elkaar helemaal niet meer kennen. Dat is het totaal tegenovergestelde en bestaat ook.’

 

Johan: ‘Ik zag dat er een voorstel was voor een buurthuis in de nieuwe Banis. Daar is nu al een klacht over ingediend van iemand die heeft gezegd, dat het te dicht op diegene zijn woning is. Dan denk ik tja, wat zonde als je direct al denkt in overlast.’

 

René: ‘Ja, zo’n soort situatie hebben wij ook bij de aankondiging van een Kinderstraat gehad, waarbij iemand er van alles van vond. Wie ViaVie Welzijn wel niet dacht te zijn, kinderen horen niet op straat te spelen, enzovoorts. Dat zijn gelukkig uitzonderingen en laten we er samen voor zorgen dat dat niet het nieuwe normaal is!’

 

Johan: ‘Je blijft natuurlijk altijd wel situaties houden waarin er onenigheid kan zijn. Maar als het gesprek maar mogelijk blijft. Zo hebben wij hier vanaf het begin zoveel mogelijk mensen betrokken. Ook die participatie is belangrijk met dit soort dingen. Mensen meenemen in het verhaal.’

 

Geert: ‘Vooral als het verhaal best wel lang duurt. Bij ons dus die visievorming. We hopen nu dan eigenlijk begin volgend jaar te gaan bouwen, maar het is al best een heel lang traject. En dan is het wel belangrijk om iedereen betrokken te blijven houden.

 

Charissa: ‘En in dit gebouw moeten we ook steeds meer rekening met elkaar houden. De Kinderopvang wordt bijvoorbeeld steeds groter, en wij gunnen hen ook de kans om te groeien. Maar dat betekent wel dat wij wat hebben moeten inleveren.’

 

René: ‘Dat betekent natuurlijk ook iets voor de vitaliteit van Dijkerhoek, als de kinderopvang steeds groter wordt. Dat is positief.’

 

Geert: ‘En voor school, die zit hier ook vlak achter. Het loopt al wat door elkaar, het schoolplein delen ze soms al samen. Daar ontstaan al hele mooie verbindingen, en zo stromen er best wat kinderen door naar school.’

 

René: ‘Ik ben ook nog wel nieuwsgierig naar wat jullie nog nodig denken te hebben in het proces van het Kulturhus in Dijkerhoek. Kunnen jullie daar bijvoorbeeld nog ondersteuning vanuit BuurtKracht of bijvoorbeeld ViaVie Welzijn voor gebruiken?’

 

Geert: ‘We hebben een gesprek gehad met ViaVie Welzijn waar we nog best heel veel input hebben gehad die we in ons achterhoofd houden bij het programma van eisen. De keuken is daar bijvoorbeeld eentje van.’

 

‘Op dit moment hebben we geen extra ondersteuning nodig. Maar als straks een keer het gebouw er echt staat, dan zou het mooi zijn als we nog weer eens een keer met elkaar in gesprek kunnen gaan. Wat zouden we dan samen in het nieuwe Kulturhus kunnen doen zodat de buurt-kracht versterkt wordt?

 

Johan: ‘En dat je misschien ook andere clubs de gelegenheid geeft een keer wat in Dijkerhoek te doen. We krijgen straks een mooie grote zaal, dus kom toneelverenigingen en muziekverenigingen uit de gemeente, kom eens een keer naar Dijkerhoek!’

Wie zou je als volgende Noaber aan het woord willen laten?

Johan: ‘Theo Hagedoorn doet zo ontzettend veel voor de Flexbus. Die mag wel eens op de voorgrond gezet geworden. Dat is ook wel een heel sociaal gebeuren, bij de Flexbus. En hij is actief bij de Sportraad.’