Noaber van Rijssen-Holten aan het woord

Jurgen van Houdt

Op vrijdag 24 november hebben René Hoveling (coördinator BuurtKracht) en Patricia van Erven (communicatie BuurtKracht) een leuk gesprek gehad met onze nieuwe burgemeester, Jurgen van Houdt.

 

In deze serie ‘Noabers van Rijssen-Holten’ laten we de inwoners van onze gemeente aan het woord. Wat betekent ‘buurtkracht’ voor jou? En wat doe je zelf aan ‘buurtkracht’?

 

Als één van de nieuwste inwoners van Rijssen-Holten trapt Jurgen deze portrettenreeks af.

Wie ben je en hoe lang ben je al inwoner van Rijssen-Holten?

‘Jurgen van Houdt, en sinds 1 september inwoner van de gemeente Rijssen. Geen idee hoe mijn wijk eigenlijk heet. Ring Centrum?’ René haakt hier op in: ‘Is eigenlijk ook best bijzonder, zoveel wijken als de gemeente Rijssen-Holten heeft beschreven!’

Jurgen: ‘Nou, maar hoe hij precies heet weet ik dus niet, maar het is wel een hele leuke wijk! Het is gewoon een al lang bestaande wijk, je stapt in een bestaande leefomgeving.’

‘Straks gaan we naar een nieuwbouwproject, en dan komt iedereen ergens nieuw. Het verschil met wat we nu hebben is dat dit een bestaande wijk is waar je zo in 1 keer ‘inploft’.’  

Waar denk je aan bij het woord BuurtKracht?

‘Eigenlijk aan 2 dingen. Een buurt is altijd een samenstelling van mensen. Dus niet het individu, maar ‘samen’.’

 

‘En juist dat ‘samen’ maakt dat je ook kracht hebt, als het ware. De kracht zit in het samen dingen doen. Als wijk, als buurt, als straat. Dat is voor mij wat in BuurtKracht zit.’

Heb je een mooi voorbeeld van een BuurtKracht-deal?

‘Ik weet niet of het een BuurtKracht Deal was, maar ik heb hier de opening mogen doen van het nieuwe plein aan de Schoolstraat. Dat kwam op mij over als dat meerdere partners elkaar gevonden hadden. De Pius, kinderopvang Kosmo. Al die partners, ook met betrokkenheid in de wijk, hebben een prachtige nieuwe speelvoorziening neergezet. Dat had wat mij betreft een voorbeeld kunnen zijn van een Deal.’

 

‘Ik heb in het verleden ook wel ervaring gehad in wijken waar veel eenzaamheid was. Waar mensen elkaar eigenlijk niet spraken, en waar we ‘Buren-deten’ hadden. Dan kwam je dus ook wat meer bij elkaar over de vloer. Of in bijvoorbeeld een schoolgebouw, dan ging de buurt daar met elkaar eten. Dat ging uit van onder andere de welzijnspartner in die wijk.

 

Patricia vraagt of Jurgen ook voorbeelden kent waarbij de initiatieven echt uit de inwoners kwamen? En niet zozeer vanuit de betrokken of plaatselijke organisaties?

 

‘Nou, toen ik op de plek kwam waar ik nu woon, hadden we direct een straatfeest. Dat is heel basaal, maar dat was wél hartstikke leuk. Een groot springkussen erbij voor de kinderen. Een hele leuke manier voor ons om die straat in te komen. En dan niet als burgemeester, maar als buurman. Dat was echt vanuit de wijk georganiseerd, waarbij de bewoners een eigen bijdrage doen. Echt een coproductie.’

 

‘Een gezamenlijk moestuin moet ik ook aan denken. Dat komt ook wel echt vanuit wijken. Een leegstaand veldje waar al jarenlang niks mee is gebeurd.’

‘Het vooral gewoon samen doen hè? Ik was gisteren bij het Noabershof. Dat vind ik ook mooi. Dat betekent niet dat je de deur bij elkaar plat loopt, maar je weet wel wie waar woont. En je hebt wel verbinding met elkaar. Zeker in bestaande wijken. Dan wil je als nieuwe inwoner ook verbinding vinden met de rest van je wijk. In nieuwbouwwijken komt iedereen van alle kanten bij elkaar. Dan is het ook leuk als je die verbinding kunt organiseren op die manier.’

 

‘En bij het Noabershof hebben ze echt gekeken naar de samenstelling van de bewoners. Er is bijvoorbeeld ook een jong gezin van ca. 34 jaar met kinderen, die dan een soort van opa’s en oma’s aan de overkant heeft wonen. Mooi.’

 

René: ‘En er is het Noabershoes, een gezamenlijke ruimte die ze daar hebben. Die is ook voor de rest van de wijk toegankelijk.’

‘Ja, het is ook helemaal niet gesloten. Het is heel open en als wijkbewoner kun je er zo door heen lopen.’, vult Jurgen aan. ‘Het eerste basale contact, de preventieve ‘zorg’ aan de voorkant speelt daar.

Doe jij zelf iets aan BuurtKracht?

Hier moet Jurgen om lachen: ‘Wat ik zelf wel leuk vind, is om zelf regelmatig de omgeving rondom je huis onder handen te nemen, in positieve zin. Blad uit de goot etc. Het onkruid uit een vak naast je huis.’

 

‘Je eigen verantwoordelijkheid nemen op dat niveau wat je zélf kan. Dat vind ik heel belangrijk. Buiten is van ons allemaal hè? Mensen denken wel dat de gemeente dat allemaal bij houdt. En dat is misschien ergens ook wel zo. Maar eigenlijk slaat het nergens op. Het is onze gedeelde verantwoordelijkheid om daar samen zuinig op te zijn. En ik vind dat ze dat hier hartstikke goed doen. Als ik kijk naar zwerfafval bijvoorbeeld, dan wordt het keurig opgeruimd. In vergelijking met een andere stad hier in de regio.’ zegt Jurgen met een knipoog.

 

‘De verantwoordelijkheid nemen buiten je eigen huis en tuin, dat vind ik ook BuurtKracht. In die samenleving staan, maar wel op de manier waarop jij dat kan. Niet dat we andere mensen zeggen ‘je moet dit of je moet dat’. Maar gewoon dat wat jij kan. Op jouw niveau en met jouw kwaliteiten. Met jouw beschikbare tijd op dat moment. Gewoon op die manier. De bak van de buren eens een keer buiten zetten. Het zit hem vaak in zulke kleine dingen.’

 

‘Toen ik net in Rijssen woonde, kwam de buurman vragen of hij mijn gras even moest maaien. In Enschede had ik geen gras, dus ook geen grasmaaier. En het gras stond véél te hoog. Zulk soort dingen, dat vind ik mooi.’

 

‘Wij hebben zo’n plek naast het huis waar al het blad heen waait en daar blijft liggen. Dan kun je denken ‘ik wacht tot de gemeente dit opruimt’. Maar je kan het ook zelf even in de groene scheppen. Zijn hele kleine dingen. Maar als iedereen dat een beetje doet: dan krijg je gemeenteKracht!’

Wie zou je als volgende Noaber aan het woord willen laten?

‘Ik wil wel één van de bewoners van het Noabershof aan het woord laten, waar ik gisteren ben geweest. Ik geef het woord dan ook graag aan Baukje de Haan. Een leuke dame die daar woont en die ik daar heb gesproken.’